Chow Chow

Met zijn diepliggende ogen en grote kop, geaccentueerd door een bos haar, is de Chow Chow een indrukwekkend uitziende hond. Door zijn uiterlijk zou je kunnen denken dat hij gemeen of slecht gehumeurd is, maar een goed opgevoede Chow is niet agressief.

In plaats daarvan wordt gezegd dat de Chow de adel van een leeuw, de koddigheid van een panda, de aantrekkingskracht van een teddybeer, de gratie en onafhankelijkheid van een kat, en de loyaliteit en toewijding van een hond combineert. Hij is ook waardig en afstandelijk, zoals het een ras betaamt dat ooit in keizerlijke Chinese kennels werd gehouden.

Geschiedenis

Deskundigen hebben lang gespeculeerd dat de Chow Chow een van de oudste hondenrassen is, en genetische tests hebben bewezen dat dit waar is. Het oude ras zou zijn oorsprong hebben in Mongolië en Noord-China, en langzaam naar het zuiden zijn getrokken met de nomadische stammen van Mongolië.

Vroege afbeeldingen van honden die lijken op de Chow Chow komen voor op aardewerk en schilderijen uit de Han Dynastie (206 BC tot 22 AD). Van een Chinese keizer werd gezegd dat hij 2.500 paar Chows als jachthonden hield. Naast de jacht werden de honden ook gebruikt om de bezittingen van hun eigenaars te bewaken. Daar stond tegenover dat hun vacht werd gebruikt om jassen te versieren en dat hun vlees als een delicatesse werd beschouwd.

In China kreeg het ras verschillende namen: zwarttonghond (hei shi-tou), wolfshond (lang gou), berenhond (xiang gou), en Kantonhond (Guangdong gou). Hoe hij de Chow Chow werd is een interessant verhaal.

Britse kooplieden aan het eind van de 18e eeuw namen een aantal van de beerachtige honden op in hun vracht. Diverse artikelen, waaronder honden, werden aangeduid als "chow chow" en de naam bleef aan het ras kleven.

Karakter

Sommigen vergelijken het karakter van de Chow Chow met dat van een kat: afstandelijk, gereserveerd, onafhankelijk, waardig, intelligent, en koppig.
Ondanks zijn frons mag een goede Chow nooit agressief of verlegen zijn. Chows bemoeien zich met hun eigen zaken en beginnen meestal niet met problemen. Ze spelen met hun mensen, maar vreemden zijn voor hen niet interessant, tenzij ze het huis van de Chow naderen zonder uitnodiging van zijn eigenaar - in dat geval zal hij de indringer uitdagen. Hij zal echter wel toestaan dat vreemden hem aanraken als hij wordt voorgesteld door een van zijn eigenaars.